Het afgelopen jaar heb ik veel onderzoek gedaan naar een nieuw type exportporselein uit een privécollectie. In deze blog een korte versie van mijn artikel dat vorige week is gepubliceerd in het magazine Vormen uit Vuur van de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas. De term 'warenhuisporselein' wordt in dit artikel verder verklaard.

Kenmerken

De vazen, gemberpot en het bord in de foto's op deze pagina zijn van Chinees porselein dat een aantal kenmerken gemeen heeft. De scherf is dik, zuiver wit en de stukken zijn relatief zwaar. Het belangrijkste kenmerk is de vaak wat vettige glazuur die varieert tussen gebroken wit en beige en sterk gecraqueleerd is. Naast decoraties in onder- of bovenglazuur is op de meeste objecten een bruine band aan de onder- en/of bovenrand of op de schouder aangebracht; bij schotels rondom de rand of in een cirkel op het plat. Deze ongeglazuurde band, bruin door ijzeroxide, heeft meestal een laag reliëf en geeft een metaalachtig effect. Daarnaast zijn er vaak bruine appliques op de hals en schouders van vazen; in een enkel geval komen dierkoppen met ringen voor. Het type is waarschijnlijk geproduceerd in Jingdezhen, hoewel (archeologische) bewijzen daarvoor ontbreken. Gezien de variatie binnen de onderzochte collectie lijkt het voor de hand te liggen dat dit type in verschillende werkplaatsen vervaardigd werd en niet in één gespecialiseerde oven.

Datering

Voor zover nu bekend kan dit type porselein gedateerd worden vanaf ca. 1870. Een vaas in het Victoria and Albert Museum (V&A) in Londen is in 1876 door het museum aangeschaft en heeft dezelfde specifieke kenmerken als het overgrote deel van de stukken in de collectie Bolwerk. Rose Kerr beschrijft deze vaas in Chinese Export Art and Design (C. Clunas ed.,Londen 1987, p. 56.) en stelt dat de vorm een kopie is van een bronzen voorbeeld, terwijl de bruine banden metaal imiteren. Daarnaast geeft zij aan dat op de onderkant van deze objecten meestal een merk van keizer  Chenghua (1465-1487) staat uitgespaard in een bruin vierkant. Tot wanneer de objecten in productie zijn genomen is niet bekend.

Bord, privécollectie
Warenhuis

Aan het eind van de negentiende eeuw was er een revival van oriëntaalse stijlen, waaronder ook Aziatisch porselein werd begrepen. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond het warenhuis dat industrieel vervaardigde artikelen verkocht, waardoor de prijzen voor de klanten laag bleven. Catalogi hielpen bij de verkoop en het assortiment werd door de grote winsten snel uitgebreid. Zo werd er ingehaakt op de mode waarbij oriëntaalse goederen in trek waren. Het porselein zoals in deze tekst beschreven maakte onderdeel uit van deze trend en werd mogelijk speciaal voor de verkoop in het Westen geproduceerd. De term 'warenhuisporselein' lijkt hierdoor op zijn plaats. Aangenomen mag worden dat dit type goedkoper was dan antiek Chinees porselein en ook wel voor Japans aangezien werd. Meer onderzoek naar de doelgroepen is nodig om een beter beeld te krijgen van de aan- en verkoop van dit type porselein. Ook is nog niet duidelijk of alleen Nederland en Groot-Brittannië de beoogde afzetmarkten waren en alleen handelaren uit deze landen dit type porselein bestelden in China. Dit ‘warenhuisporselein’ kan heel goed ook bedoeld zijn geweest voor Amerikaanse doelgroepen, aangezien ook daar de markt voor oriëntalia in de late negentiende eeuw omvangrijk was. Ook hier is meer onderzoek nodig.