Chinees keramiek is nauw verbonden met het gebruik ervan. Theepotten, kopjes, borden, kommen en schalen: allemaal voorwerpen die te vinden zijn aan tafel. Ook Manon Henzen van eet!verleden maakt uiteraard graag gebruik van mooi servies. Nu het historisch kookatelier van Manon wordt opgeheven en leeg verkocht, komen er populaire gemberpotten boven water. We schreven er samen een blog over.
Groene gemberpot
Je ziet ze bijna overal: de aardewerken gemberpotten met zes afgeschuinde kanten en een groen glazuur. Ze zijn gedecoreerd met bloemmotieven in de verschillende panelen. Soms zijn er ook Chinese karakters als decoratie waarbij er dan verwezen wordt naar de inhoud. Het is echt gebruiksaardewerk. Gemaakt in China en meestal afgedekt met een kurk en een papier of stof. Soms zit er nog een dekseltje overheen. Wij noemen deze potten meestal gemberpotten, omdat er heel vaak gekonfijte gember in zit. Maar deze bussen zijn in het verleden ook heel veel gebruikt als container voor bijvoorbeeld losse Chinese thee.
Gember
In de zeventiende en achttiende eeuw hielden de dames en heren wel van een zoete snoeperij na de maaltijd en op de theevisite. Naast gesuikerde zaadjes en noten, koekjes en confituren pronkten de gekonfijte vruchten op tafel. Schilderijen uit deze perioden tonen het in vol ornaat en kookboeken geven ons receptuur voor de lekkernijen. Populair was het konfijten van citroen-, cederappel- en sinaasappelschillen en zelfs de hele vruchten werden met suiker doordrenkt. Ook fruit dat tegenwoordig nog steeds geliefd is, zoals kersen, frambozen, druiven, abrikozen, pruimen en aalbessen, werd gekonfijt. Vergeten fruit als kweepeer, mispel en kruisbes ontsprong de dans ook niet en heel bijzonder was het voorzien (geven?) van groene amandelen en onrijpe walnoten van een suikerbad.
Afbeelding: Still Life of Sweets on a Pewter Plate and a Façon de Venise Wineglass, on a Wooden Ledge, Osias Beert, 1610, privécollectie
Gember en de VOC
Tegenwoordig kennen we vooral gekonfijte gember nog. Dit specerij groeit niet in onze regio en werd gedroogd in poedervorm én gekonfijt aangevoerd door de VOC uit de Oost. VOC-cargolijsten uit de achttiende eeuw laten zien dat de meeste schepen met gekonfijte gember aan boord vertrokken uit Batavia. In Nederland kwam het aan in onder andere de havens van Veere, Amsterdam, Rotterdam, Hoorn en Delft. De verse wortel werd ter plaatse gekonfijt en vervolgens verscheept. Net als hele nootmuskaten en kruidnagels overigens! De lijsten tonen hoeveel aam (vochtmaat) of pond er ingevoerd werd. Voor gember was dat gemiddeld zo’n 700 kilo per schip. Helaas staat er niet in hoe de gekonfijte aangevoerd werd. De grote hoeveelheid en vermelding in aam zou kunnen duiden op aanvoer in grote martavanen, oftewel potten van steengoed of aardewerk, zoals gebruikelijk was in China.
Afbeelding: Martavaan uit V.O.C.-schip de 'Witte Leeuw', anoniem, voor 1613, collectie Rijksmuseum
De datering van de groene gemberpot
Vanaf wanneer kwam dit type groene gemberpot eigenlijk naar Nederland? Als we kijken naar de schilderkunst, waarin vele van deze gemberpotten gebruikt zijn voor (bloem)stillevens, dan kunnen we vaststellen dat dit niet veel eerder was dan rond 1900. De meeste stillevens met een zeskantige gemberpot in de collectie Nederland zijn vooral gemaakt tussen 1910-1920, zoals dit exemplaar van George Hendrik Breitner dat is gedateerd 1900-1923. Er zijn werken van onder andere Piet Mondriaan en Piet Meiners in de negentiende eeuw gedateerd, maar dat zijn schattingen en hiervan is de datering dus niet zeker. In de catalogi van diverse warenhuizen, zoals die van Metz & Co., is dit type gemberpot nog niet gevonden. Misschien heeft dat te maken met de uitstraling van warenhuizen, die in het begin van de twintigste eeuw nog vrij chique was. Wat we wel in de catalogi vinden zijn gemberpotten van Chinees porselein met een beschildering in blauw of zelfs meerdere kleuren. Gemberpotten bij het warenhuis zijn er in siervarianten en als gebruiksvoorwerp, gevuld met thee of gember. Bij deze laatste variant zit er vaak dan ook nog een vlechtwerk om de pot heen om deze te beschermen.
Afbeelding: uitsnede van 'Gemberpot met anemonen', George Hendrik Breitner, ca. 1900 - ca. 1923, collectie Rijksmuseum
Nog steeds te koop?
In een recent artikel over de imitatiemarkt in de Chinese porseleinstad Jingdezhen schrijf ik dat er van alles wordt nagemaakt, zelfs het wat nieuwere antiek. Maar aan de andere kant blijven sommige vormen gewoon bestaan. Dat geldt vooral voor gebruiksvoorwerpen waarin eten wordt verwerkt. Zo werden deze zeshoekige gemberpotten – gevuld met gember – nog vrij recent verkocht bij winkels zoals de Xenos. Manon van eet!verleden heeft deze potten in de jaren ´90 gekocht bij deze winkel. En uiteraard bestaan er inmiddels antieke en moderne versies naast elkaar. En soms is het bijna onmogelijk om het verschil te zien. Hierdoor is het dus belangrijk om zeker te weten waar de objecten vandaan komen als je een echt stukje antiek in huis wil halen. Hopelijk heeft een liefhebber van eet!verleden deze exemplaren inmiddels op de kast staan. Want oud of nieuw, ze blijven ontzettend leuk. Zeker als stijlvol bloemstilleven.
Met dank aan Manon Henzen van eet!verleden